Tips voor diegene die pest
- Stop het pesten. Vandaag nog. Begin met je excuses te maken wie jij pest.
- Vraag je bij jezelf af waarom je nou eigenlijk pest.
- Denk na over het verschil tussen plagen en pesten. Wanneer ga je te ver en kwets je iemand als je bijvoorbeeld een grapje maakt.
- Bedenk dat je écht niet stoer bent als je pest, wil je dat andere kinderen bang voor je zijn?
- Speel niet de baas over andere kinderen, probeer samen te spelen. Dat is veel leuker!
- Als je merkt dat je ergens boos over wordt, of dat je ongeduldig wordt, probeer dan tot tien te tellen en rustig te worden. Is het na 10 tellen nog niet over? Loop dan rustig weg, en probeer iets leuks te gaan doen om jezelf af te leiden.
- Je raakt je frustratie niet kwijt als je je afreageert op iemand anders.
- Als je je dan echt af wilt reageren, schrijf dan je gevoel van je af. Dat kan opluchten.
- Praat erover met je ouders, zij kunnen je vast helpen.
- Schrijf je goede voornemens en het goede gevoel dat dat je geeft in een brief naar jezelf. Doe deze in een envelop en geef de brief aan je ouders. Als je merkt dat het lastig wordt om deze goede voornemens vol
te houden, dan vraag je aan je ouders of zij de brief willen teruggeven. Op deze manier wordt je herinnerd aan je goede voornemens, maar vooral welk gevoel je dat geeft. - Schelden hoeft geen pijn te doen. Maar bedenk wel dat het extra pijn doet als er wordt gescholden met net dat ene gevoelige woord waar je een slechte ervaring mee hebt, bijvoorbeeld kanker. Waarschijnlijk kan ook jij je heel goed voorstellen dat mensen het niet prettig vinden als er wordt gescholden.